Mosterd is nou typisch zoiets waarvan wij dachten dat het moeilijk was en niet iets om zelf te maken. Maarja, je maakt wel eens bitterballen en wil die toch ergens in dippen, dus hebben we het toch maar geprobeerd en het resultaat mocht er zijn. Moeilijk is zelf mosterd maken niet, heel veel werk eigenlijk ook niet, alleen het wachten duurt lang.
Bij een goede kruidenzaak (het Internet!) kan je aan mosterdzaad komen in grote verpakkingen, dus ga dit snel even fixen. Het lastigste is misschien wel het mooi fijn krijgen van je zaadjes. Wij hebben een oud koffiemolentje gebruikt en dit werkte prima. Een vijzel doet het natuurlijk ook maar daar moet je maar net zin in hebben. Mocht je nou niet van grove mosterd houden, vijzel dan even door en zorg dat (bijna) al je zaadjes gemalen, gekneusd of geplet zijn.
Ingredienten
250 ml winters zwaar bier (Licht van kleur)
30 gram bruin mosterdzaad
30 gram geel mosterdzaad
2 eetlepels vloeibare honing
1 theelepel kurkuma
Mespuntje zout
125 ml appelazijn
1 teentje knoflook
2 theelepels komijnzaad gemalen
Bereiding:
20 minuten
Doe alles (behalve het mosterdzaad) in een steelpannetje en laat dit 15 minuten zachtjes inkoken. Maal ondertussen de helft van je mosterdzaad fijn in een koffiemolentje en doe dit in een schone(jam)pot. Wanneer de overige ingrediënten een kwartiertje hebben gekookt giet je dit mengsel over je al je mosterdzaadjes (gemalen en ongemalen) heen.
Laat je mosterd een week op een koele donkere plek staan. Na openen in de koelkast bewaren.
De mosterd is heerlijk bij zelfgemaakte bitterballen!